Een kleine glimlach speelt rond haar mond. Ik herken haar bijna niet terug. Tijdens de opname kon ze nauwelijks zien door forse bloeduitstortingen rondom haar ogen, een zogenaamd brilhematoom. Ineens was ze gevallen. In de supermarkt. Zonder waarschuwing vooraf. Haar voorhoofd had de grond hard geraakt, maar dat moment heeft ze niet meegemaakt. Toch was ze zo weer bij en weet ze dat ze naar het ziekenhuis is gebracht. Diagnose; te traag hartritme waarvoor opname op de hartbewaking met medicatie via het infuus. Een pacemakerimplantatie bleek noodzakelijk om het hartritme te herstellen.
Tijdens de procedure van het inbrengen van de pacemaker vertelde ze haar dagelijkse belevenissen. In de 80 jaar oud deed ze nog met veel plezier vrijwilligerswerk voor de kerk. Ook zong ze nog in het koor. Sopraan, omdat de dirigent vond dat ze sopraan was. Zelf twijfelde ze daar over. Ze woonde nog alleen thuis met af en toe hulp in het huishouden. Haar familie woonde ver weg in Canada. Ze was blij met het ziekenhuis in de buurt.
Zorg dichtbij is geen vanzelfsprekendheid meer in Nederland. In verschillende regio’s zijn ziekenhuizen gesloten of afgeschaald. Dagelijks merken we bij ons in het ziekenhuis dat patiënten het waarderen dat zorg dichtbij huis geleverd kan worden. Praktisch dichtbij voor mensen midden in het werkzame leven, maar noodzakelijk dichtbij voor de groeiende groep kwetsbare ouderen en jongeren. Zeker als regelmatig een bezoek aan het ziekenhuis nodig is, blijkt dat uren reistijd met openbaar vervoer niet te doen is. Toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg is geborgd als veel voorkomende basiszorg dichtbij kan worden geleverd en zeldzame academische zorg verder weg.
Na de opname heeft mevrouw een aantal weken hulp gekregen thuis. Voor de controle van de pacemakerinstellingen moest ze regelmatig naar het ziekenhuis de eerste weken. Gelukkig was dat dichtbij. Nu na 6 maanden zit ze tegenover me en kijkt me tevreden aan. “Ik doe alles weer dokter. Vanmorgen hebben we geoefend met het koor en ik kon gewoon staan zoals de anderen”. De pacemaker werkt goed. Ik mag over haar vertellen. De bloeduitstortingen in haar gezicht zijn helemaal weg en ze ziet er goed uit. Ze komt zelf terug op het gesprek dat we hadden over het zingen in een koor. Glimlachend onthult ze haar geheim; “De hoge noten haal ik nog steeds niet. Dan doe ik gewoon alsof ik zing...”