HomeColumnsMeten is weten

“Mijn hartslag was 65 slagen per minuut”, vertelt de man van bijna 90 die tegenover me zit in de spreekkamer. Mijn verbaasde blik wordt beantwoord door het opschuiven van de mouw van zijn trui. Een fonkelnieuw horloge glimt me tegemoet. “Hij is de hele dag bezig met meten”, vertelt zijn vrouw enigszins verongelijkt. Hoofdschuddend zit ze naast hem, terwijl hij vertelt dat hij zijn gezondheid serieus neemt en zijn hartslag frequent controleert. Ik hoef het woord bloeddruk maar te noemen en er verschijnt een prachtige tabel met daarin de bloeddrukken van de afgelopen maand in kleur uitgezet tegen de tijd.

Voorheen vroeg de cardioloog onderzoeken aan op geleide van de klachten. Nu is er een trend gaande waarbij de patiënt zijn eigen data meeneemt naar de dokter. De nieuwste ‘smartwatches en wearables’ kunnen de hartslag en zuurstof in het bloed meten en zelfs een eenvoudig elektrocardiogram produceren. Op kerstavond kon ik zodoende tijdens mijn dienst in het ziekenhuis een diagnose stellen terwijl de patiënt inmiddels klachtenvrij was. De patiënt leverde de metingen aan en de cardioloog gaf gelijk maatwerk advies. Moderne geneeskunde.

Toch komen in de spreekkamer ook de nadelen van het vele meten aan het licht. Een man voelde zich moe sinds zijn nieuwe horloge soms een hartslag aangaf van 50. Voorheen waren er geen klachten en nader onderzoek leverde geen afwijkende bevindingen. Een mevrouw schrok zo van een hoge bloeddruk dat ze het vaker ging meten waarna de bloeddruk nog hoger werd. Een rustige benadering en uitleg deed de bloeddruk normaliseren.

Een cardioloog leert dat je slechts een test aan mag vragen als je ook de uitslag kan interpreteren. De techfabrikanten draaien dit proces om waarbij er eerst metingen worden gedaan waarna de gebruiker moet zoeken naar de waarde ervan. Dit leidt soms tot gezondheidswinst. Maar helaas ook tot onzekerheid en gezondheidsverlies. Stappen tellen levert weinig discussie op. Maar welke hartslag op welk moment van de dag is nu eigenlijk normaal?

Inmiddels zijn mijn bijna 90-jarige patiënt en ik het eens dat er geen reden is voor verder onderzoek. Mede gezien zijn verzamelde data. Tevreden kijkt hij me aan en kijkt dan ietwat triomfantelijk naar zijn vrouw. Die trekt hem aan zijn jas en zegt met een glimlach bij de deur: “Dokter, ondanks al zijn tabelletjes heeft hij mij gewoon nodig hoor”, en voegt er trots aan toe, “al welgeteld 60 jaar”.