Arts ben je alle dagen van de week, op alle momenten. Of je het nu wilt of niet, je ontkomt er niet aan. Vanaf het moment dat je besluit om Geneeskunde te studeren, wakkert dit de interesse aan van familie en vrienden die geïnteresseerd vragen naar de vorderingen. Vaak op momenten waarop je er zelf helemaal niet mee bezig wilt zijn. ‘Mag je al opereren?’ vraagt die altijd klagende tante tijdens de 3e verjaardag op rij. ‘Hoe lang duurt de opleiding nog?’ was de meest gestelde vraag in mijn 14 jaar durende opleiding tot cardioloog met specialisatie elektrofysiologie.
Als medisch specialist blijft je rol als dokter doorgaan vanaf het moment dat de witte jas uitgaat. Een korte boodschap op d’n Diek in Middelharnis resulteert in een toevallige ontmoeting met een collega, gevolgd door een kort gesprek over de vergadering van de vorige avond. Vervolgens in de Hema kom ik een oude bekende tegen die na kort bijpraten vertelt dat haar schoonmoeder zo ontzettend goed geholpen is bij ons in het ziekenhuis op de afdeling Cardiologie. Op een ander moment, tijdens een lokale hardloopwedstrijd, vertelt een patiënt dat hij zo goed is opgeknapt van zijn plastablet. Je ontkomt er dus niet aan… Maar ‘we’ (lees: dokters) houden die 24/7 roeping ook zelf in stand. Zet namelijk een groepje artsen bij elkaar tijdens een informele borrel en het gaat veruit het merendeel van de tijd over het werk. Niet zozeer over patiënten specifiek, maar over de zorg in bredere zin, processen in het ziekenhuis, én over collega’s uiteraard. Beroepsdeformatie zeggen we dan maar.
Hoewel de zorgzwaarte, administratieve last en sociale druk vanuit de maatschappij toeneemt, staat het werken in de zorg sinds jaar en dag hoog op lijstjes over werkplezier en werkgeluk. Ook ik ervaar dagelijks veel werkplezier, voortkomend uit de autonomie in het werk, de betrokkenheid naar patiënten/collega’s/organisatie en de continue drive om competenties te ontwikkelen om het vak goed uit te oefenen. Een mooi voorbeeld hiervan was laatst de reactie van een 91-jarige patiënt direct na zijn pacemakerimplantatie. “Jongen, dat jij de gave hebt gekregen om dit voor mij te doen en mij langer te laten leven dat vind ik zo bijzonder en daar wil ik je zo ontzettend voor bedanken!” Een mooier voorbeeld van betekenisvol zijn bestaat er niet.