De blindedarm (appendix) is een blind eindigend stukje darm dat zich bevindt op de overgang van de dunne darm naar de dikke darm (rechtsonder in de buik). De blindedarm heeft aan de achter/onderzijde een wormvormig aanhangsel.
Hoewel we spreken over een blindedarmontsteking (appendicitis), is eigenlijk alleen het wormvormig aanhangsel ontstoken. De juiste term is dan ook appendicitis. De functie van de appendix bij de mens is onduidelijk. In de wand van de appendix bevinden zich talrijke lymfefollikels. Lymfefollikels zijn bolvormige celophopingen van witte bloedcellen (lymfocyten) in lymfeklieren in de wand van de appendix. Lymfefollikels spelen een rol in het afweersysteem van de mens. Deze follikels komen overal in de dunne en dikke darm van de mens voor. Als door zwelling van de lymfefollikels of ontlasting de opening van de appendix verstopt raakt, kan een blindedarmontsteking ontstaan.
Een buikwandbreuk is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand. De breuk is herkenbaar als een zwelling. De breukpoort is de opening of verzwakking in de buikwand. Deze kan ontstaan door aangeboren factoren of door uitrekking van weefsels. Uitrekking kan optreden door bijvoorbeeld vaak zwaar tillen, toename in lichaamsgewicht, persen en veel hoesten. Het is mogelijk dat de uitstulping van het buikvlies een gedeelte van de buikinhoud bevat.
Bij verhoging van de druk in de buik, bij staan, persen of hoesten, kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen. De breuk wordt dan groter. Een buikwandbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden. Dat kan meer klachten geven. Uw klachten zijn afhankelijk van de plaats van de breuk.Een enkele keer komt het voor dat een breuk beklemd raakt. Dan zit de breukinhoud, die meestal plotseling is toegenomen, vastgeklemd in de breukpoort. Dit gaat gepaard met veel pijn. Een spoedoperatie is dan nodig.
Er zijn verschillende soorten buikwandbreuken:
Een stoma is een kunstmatige uitgang voor ontlasting. Een darmstoma wordt vastgehecht in de huid van de buikwand. Een stoma wordt aangelegd wanneer de ontlasting het lichaam niet langs de natuurlijke weg kan verlaten. Ook kan een stoma nodig zijn om een deel van de darm rust te geven(tijdelijke stoma). Bijvoorbeeld als door een ziekte van de darmen of urinewegen uw darm of blaas (deels) is weggehaald.
Een stoma is geen ziekte maar een verandering met als doel klachten te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Wanneer u niet meer kunt genezen, kan het aanleggen van een stoma veel klachten voorkomen of doen verdwijnen.
Hoe ziet een stoma eruit:
Een stoma is vochtig en roze-rood van kleur en steekt iets boven de buik uit. In het begin kan de stoma opgezwollen zijn, maar hij wordt geleidelijk kleiner. Meestal zes tot acht weken na de operatie heeft de stoma zijn definitieve omvang. Een stoma bestaat uit slijmvlies, net als het slijmvlies in de mond. De stoma is gevoelloos. Het doet dus geen pijn als u hem aanraakt. Als hij wordt schoongemaakt, kan de stoma een beetje bloeden, met name in het begin, maar dit is normaal en verdwijnt na verloop van tijd. Omdat de stoma geen sluitspier heeft, kan er op elk moment ontlasting, of gasvorming komen.
Ons voedsel komt via de slokdarm, maag en dunne darm terecht in de dikke darm, het laatste deel van het spijsverteringskanaal. Hier vinden de laatste processen van de spijsvertering plaats en dikt de ontlasting in. Deze functie kan nog goed vervuld worden wanneer een deel van de dikke darm is verwijderd.
De dikke darm is in totaal ongeveer 150 cm lang en kan in een aantal delen worden onderscheiden (zie tekening). Rechts in de buik ligt het opstijgende deel (A: het colon ascendens), waar de dunne darm in uitmondt. Ook zit aan dit deel de blindedarm (de appendix) vast. Nabij de lever gaat de dikke darm over in het dwars verlopende deel (B: het colon transversum), dat onder de maag langs naar links verloopt. Nabij de milt gaat de dikke darm over in het afdalende deel (C: het colon descendens), dat in de linker onderbuik een S-bocht maakt (D: het sigmoid). In het kleine bekken gaat het sigmoid over in de endeldarm (E: het rectum) die eindigt bij de sluitspier, de anus.
Waarom een dikke darm operatie
Er zijn diverse soorten afwijkingen van de dikke darm waarvoor een operatie nodig kan zijn. De meest voorkomende zijn ontstekingen en/of tumoren. Een tumor kan goedaardig of kwaadaardig zijn.Bij een tumor is de soort van operatie vooral afhankelijk van de aard van de tumor en de plaats waar het zit in de dikke darm.
De endeldarm is het laatste deel van onze dikke darm en heeft een verzamelfunctie voor de darminhoud, die als ontlasting het lichaam verlaat. Vulling van de endeldarm voelt u als aandrang om ontlasting te produceren (defaecatie). Houdt u de ontlasting op dan stuwt deze terug in het daarvoor liggende deel van de dikke darm. In normale omstandigheden bevat de endeldarm dus weinig tot geen ontlasting behalve vlak voor de stoelgang.
De precieze oorzaak van het ontstaan van een endeldarmkanker is onbekend. Aangezien deze aandoening in de Westerse landen vaker voorkomt, vermoedt men dat omgevingsfactoren (bijvoorbeeld voeding) een rol kunnen spelen. Erfelijke factoren kunnen ook een rol spelen. Feit is dat de aandoening ontstaat vanuit een goedaardig slijmvliesgezwel (poliep / adenoom). Naarmate een poliep groter wordt neemt de kans op een kwaadaardige ontwikkeling toe. Kleine poliepen zijn meestal goedaardig en gemakkelijk endoscopisch (met een flexibele kijkbuis) te verwijderen.
De galblaas is een klein orgaan dat aan de onderzijde van de lever ligt, rechts boven in de buik. De galblaas is door gangetjes verbonden met de lever en met het eerste deel van de dunne darm (de twaalfvingerige darm). De lever maakt continu gal aan en voert dit af naar de galblaas, waar het wordt ingedikt en opgeslagen. Zodra er voedsel in de darm komt (vooral bij vet voedsel) perst de galblaas de gal via de afvoerbuis naar de dunne darm. Wanneer de galblaas is verwijderd wordt deze functie overgenomen door de lever en de galgangen.
Om onderstaande redenen kan het nodig zijn dat u aan de galblaas wordt geopereerd:
De operatie
Er zijn twee methoden om de galblaas te verwijderen, de laparoscopische (kijkbuis) en de gewone (klassieke) galblaasoperatie. Uw behandelend arts zal met u bespreken wat in uw geval het beste is. Een galblaasoperatie duurt meestal één tot anderhalf uur.
Bekijk hier de laparoscopische galblaasoperatie (kijkbuisoperatie)
Een liesbreuk (hernia inguinalis) is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand in de liesstreek. De breuk is herkenbaar als een zwelling in de lies. Een liesbreuk kan aangeboren zijn of in de loop van het leven zijn ontstaan. Het is mogelijk dat de uitstulping van het buikvlies, de breukzak genoemd, een gedeelte van de buikinhoud bevat. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping (de breukzak) komen. De zwelling wordt dan groter.
Vaak is een liesbreuk het gevolg van zwaar tillen, overgewicht, persen bij een moeilijke stoelgang of veel hoesten. Ook mensen die gedurende lange tijd een blaasinstrument spelen vormen een risicogroep. Een liesbreuk kan een zeurderig of pijnlijk gevoel in de liesstreek geven, maar soms zijn er helemaal geen klachten. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden en meer klachten gaan geven. Een enkele keer komt het voor dat een liesbreuk bekneld raakt. Dan zit de uitstulping, die meestal plotseling is toegenomen, vastgeklemd in de breukpoort. Dat gaat gepaard met veel pijn. Een spoedoperatie is dan nodig.