Bij een besnijdenis (circumcisie) wordt de voorhuid van de penis verwijderd. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom deze ingreep wordt toegepast:
Bij ernstige vernauwing van de voorhuid van de penis. Gevolg hiervan kan zijn dat er moeilijkheden optreden bij het plassen, pijn tijdens erectie en geslachtsgemeenschap of een ontsteking van de voorhuid of eikel.
Om godsdienstige reden; bepaalde godsdiensten schrijven besnijdenis van jongens voor omdat men dit hygiënischer vindt.
De ingreep
Bij een besnijdenis wordt de voorhuid een stuk ingekort. Na het losmaken en verwijderen van de voorhuid wordt het restant met oplosbare hechtingen vastgemaakt aan de rand van de eikel. Na de besnijdenis komt de eikel bloot te liggen. Wanneer de patiënt dat niet wil kan de arts de voorhuid wijder maken (een voorhuidplastiek). Een besnijdenis duurt ongeveer een half uur. Na één tot twee uur raakt de verdoving uitgewerkt en komt het gevoel in de penis terug.
De ingreep kan worden uitgevoerd onder plaatselijke verdoving of onder algehele narcose. De keuze hiervoor wordt gemaakt door de behandelend specialist. Bij kinderen wordt de ingreep onder algehele narcose uitgevoerd.
Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) zit meestal in de bilspleet. Het is een holte onder de huid, met een open verbinding naar buiten. Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid. In de haarnestcyste bevinden zich meestal haren.
Er kan gemakkelijk een ontsteking in de cyste ontstaan. Ook kan de cyste pijn veroorzaken of vocht afscheiden. De opening naar buiten ontstaat doordat de haren door de huid heen prikken waarna dit 'valse haarkanaal' een blijvende opening naar buiten wordt. Lokale druk op de huid heeft waarschijnlijk een rol in het ontstaan van de afwijking. Boven het veertigste levensjaar komt de aandoening eigenlijk niet meer voor. Afhankelijk van de klachten kan worden aangeraden de cyste chirurgisch te laten verwijderen.
Behandeling
Een rustige haarnestcyste hoeft niet behandeld te worden. Wanneer regelmatig ontstekingen optreden is een operatie zinvol. Als de arts besluit te opereren verwijdert deze de haarnestcyste. De operatie vindt meestal plaats onder algehele anesthesie (narcose).
Bij een kleine haarnestcyste kan de ingreep gebeuren onder plaatselijke verdoving. Meestal wordt de ingreep in dagbehandeling uitgevoerd.
Er kan worden besloten de wond open te laten, of deze gedeeltelijk en soms geheel te sluiten. In elk geval zal de wondgenezing poliklinisch worden gecontroleerd.
Een ingegroeide teennagel komt meestal voor bij de grote teen. De binnen- of buitenrand van de nagel is dan in de huid gegroeid en heeft aanleiding gegeven tot irritatie, pijn of een ontsteking. Waarom zo'n teennagel ingroeit is niet met zekerheid bekend. Mogelijk ligt het aan de bouw van de teen zelf (licht gekanteld, waardoor bij het lopen een nagelrand te veel in de huid drukt) of aan het schoeisel (te nauw, te smal). Zeker is dat het te kort afknippen van de hoeken van de nagel een rol speelt.
Behandeling
Er zijn verschillende behandelingsmogelijkheden, afhankelijk van de ernst van het ingroeien van de nagelrand. Wanneer de nagelrand een beetje ingroeit of dreigt in te groeien en irritatie veroorzaakt, zijn eenvoudige maatregelen vaak afdoende. De druk van de nagelrand kan worden verminderd door een plukje watten onder de nagel te schuiven of de huid regelmatig naar beneden te masseren.
Wanneer de mate van ingroei erger is en aanleiding geeft tot pijn of een ontsteking veroorzaakt, is een versmalling van de nagelrand nodig. Zo'n versmalling kan geschieden door de nagelrand weg te knippen.
Later groeit de nagel dan weer aan. Als de ontsteking tot rust is gekomen, kan geprobeerd worden met de hierboven beschreven eenvoudige maatregelen opnieuw ingroei te voorkomen.
Ook kan de nagel blijvend versmald worden door niet alleen de nagelrand weg te knippen, maar ook de wortel van de nagel te versmallen. Dat stukje wortel van de nagel moet dan worden weggesneden of weggekrabd, of door middel van een etsende vloeistof (phenol) worden vernietigd.
Afhankelijk van de bevindingen van de arts, kan het soms nodig zijn de nagel geheel of gedeeltelijk te verwijderden.
Deze ingrepen aan de teennagel worden poliklinisch uitgevoerd onder plaatselijke verdoving door middel van twee verdovingsprikken aan de teenbasis. De ingreep duurt ongeveer 15 à 20 minuten. Uw arts zal met u overleggen welke behandeling in uw situatie het beste lijkt.
In de huid zitten heel veel zweetkliertjes. Zweetkliertjes zitten vlakbij de wortels van uw haren (het haarzakje). De ontsteking zit vaak ter plaatse van het haarzakje, de zweetklier en de talgklier. Ontstoken zweetklieren komen vooral voor in de oksel, lies of bilspleet, of onder de borsten. De aandoening komt vooral voor bij vrouwen vanaf de pubertijd tot het veertigste levensjaar. Het is een onschuldige maar vervelende afwijking.
Oorzaak
De oorzaak van terugkerende zweetklier ontstekingen is niet precies bekend. De ontsteking ontstaat waarschijnlijk door verstopping van een haarzakje. Wanneer de zweetklier verstopt raakt kan een ontsteking ontstaan. Bacteriën kunnen een rol spelen bij de ontsteking.
Waarom sommige mensen last hebben van zweetklierontstekingen en andere mensen niet, is niet duidelijk. In sommige families lijkt het vaker voor te komen. Hormonen spelen waarschijnlijk ook een rol. Zweetklierontsteking lijkt vaker voor te komen bij rokers en bij mensen die dik zijn. Scheren of gebruik van een deodorant lijkt niet de oorzaak te zijn.
De behandeling
Er zijn verschillende mogelijkheden om een zweetklierontsteking te behandelen, maar geen enkele behandeling kan het probleem snel en definitief oplossen. Ook wanneer de behandeling succesvol is, zal de ziekte vaak terugkomen.
Een zweetklierontsteking kan op verschillende manieren behandeld worden:
Een hydrocele (hydros=water, cele=holte) is een goedaardige zwelling in het scrotum, gevuld met vocht. Dit komt zeer vaak voor en behandeling is meestal niet nodig.
De zaadballen zijn omgeven door een met vocht gevuld vlies waarbinnen de zaadbal kan bewegen. Soms neemt de hoeveelheid vocht rond de bal sterk toe. We spreken dan van een hydrocele. Dit kan gebeuren na een ongeval of infectie, maar heel vaak ook zonder aanwijsbare oorzaak. Soms ontstaat een hydrocele ook als reactie op een gezwel of ernstige ontsteking. Het is dan belangrijk dat de oorzaak van de hydrocele onderzocht wordt. Meestal is een lichamelijk onderzoek voldoende, soms is echografisch onderzoek nodig. Vaak voelen hydrocele's klein en zacht aan, soms kunnen zij groot worden tot wel vijftien centimeter in doorsnede.
Een spermatocele is een holte gevuld met spermacellen. Dit is een goedaardige aandoening. Een spermatocele is vaak los van de zaadbal te voelen.
Spermatocele's ontstaan vanuit de bijbal. De zaadcellen die in de zaadbal worden gevormd, gaan naar de bijbal. Daar vindt verder rijping plaats. Vanuit de bijbal gaan de zaadcellen via de zaadleider richting prostaat. De bijbal bestaat uit talrijke kleine verzamelbuisjes. Soms ontstaat er een verwijding van zo'n buisje omdat het zaadtransport niet goed verloopt (bijv. bij ontsteking of ongeval). Vaak blijft zo'n verwijding klein, maar soms wordt deze groter en dan ontstaat een spermatocele.
Behandeling
Een hydrocele of spermatocele gaat meestal niet vanzelf weg. Meestal geven een hydrocele of spermatocele geen klachten. Ze zijn pijnloos en vaak klein. Ze hoeven dan ook niet behandeld te worden. Soms worden ze echter zo groot dat ze hinderlijk worden en klachten geven bij het dragen van kleding of bij bepaalde activiteiten. Soms wordt het cosmetisch aspect als storend ervaren. De behandeling bestaat bij de meeste patiënten uit een operatie.
Alternatief
Soms wordt een hydrocele behandeld door middel van aspiratie. Dit wil zeggen dat met een naald in de holte met vocht wordt geprikt en het vocht wordt opgezogen. Soms wordt er hierna een stof ingebracht om verkleving van de wanden van de holte te krijgen. Deze techniek kan toegepast worden als een operatie niet gewenst of mogelijk is, maar gaat gepaard met een hogere kans op terugkeer van de hydrocele en infectie.
Een slijmbeurs is een soort stootkussentje tussen de huid en bot. Slijmbeurzen zitten op plaatsen waar van buitenaf veel tegen uitstekende botten wordt gedrukt. Bijvoorbeeld op de elleboog, de knie en bij de voeten. Door hard stoten kan in de slijmbeurs een bloeding ontstaan. Hierdoor raakt de slijmbeurs gezwollen. Door (over)belasting, bijvoorbeeld door veel op knieën kruipen, kan de slijmbeurs geïrriteerd raken en ontstaat een ontsteking.
Door een bloeding of ontsteking kunt u pijn hebben. Een verdikte slijmbeurs kan ook pijnloos zijn. Het is dan alleen ontsierend en/of lastig. Vaak gaat de verdikking van de slijmbeurs niet meer weg en is een operatie de enige oplossing.
Het is geen probleem als een slijmbeurs is weggehaald. Het littekenweefsel, dat tussen de huid en het bot ontstaat, neemt de taak van de vroegere slijmbeurs over
Behandelingsmogelijkheden
Bij een sterilisatie van de man wordt de zaadleider onderbroken. Op deze wijze wordt voorkomen dat de zaadcellen het zaadvocht bereiken. Een sterilisatie is een eenvoudige ingreep en is niet van invloed op uw seksuele leven. Na een sterilisatie bent u onvruchtbaar. Een sterilisatie is alleen een goede keuze als u zeker weet dat u geen kinderen (meer) wilt.
Doel van een sterilisatie
Het doel van een sterilisatie is het voorkomen van een ongewenste zwangerschap. Een sterilisatie moet als een definitieve anticonceptiemethode beschouwd worden.
De ingreep
Een sterilisatie geschiedt onder plaatselijke verdoving. Na desinfectie van de balzak krijgt u twee injecties in de huid van de balzak. Vervolgens maakt de behandelend arts, ter plaatse van de verdoofde huid, een kleine snede. Van beide zaadleiders verwijdert de arts een stukje en bindt de uiteinden af. Tijdens de ingreep voelt u regelmatig een trekkend pijnlijk gevoel, met name in de liezen (de zaadleider loopt door het lieskanaal). Na de ingreep hecht de arts de wondjes. De hechtingen lossen na een week op en hoeven dus niet verwijderd te worden. De ingreep duurt ongeveer 20 minuten.
Spermaonderzoek
Na de ingreep bent u nog niet meteen onvruchtbaar. Volledige steriliteit (onvruchtbaarheid) kan pas na laboratoriumonderzoek van het sperma worden vastgesteld. De eerste maanden na de ingreep komen er bij een zaadlozing nog zaadcellen vrij. Tijdens deze periode is het dus noodzakelijk dat u voorbehoedsmiddelen blijft gebruiken. Na zo’n 20 tot 25 zaadlozingen zijn de zaadcellen meestal verdwenen. Daarna wordt een zaadmonster microscopisch onderzocht om vast te stellen of u onvruchtbaar bent. U krijgt een potje en een laboratoriumformulier mee of haalt deze op bij het laboratorium. Het is belangrijk dat het sperma binnen twee uur wordt afgegeven bij het laboratorium. De uitslag wordt u schriftelijk meegedeeld binnen een week na inlevering van het zaadmonster.
Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Het geeft aanleiding tot pijnklachten aan de buitenzijde van de elleboog, soms uitstralend naar de onderarm en pols. De pijnklachten treden op wanneer de strekspieren van de pols en hand worden aangespannen, bijvoorbeeld als we iets met de hand willen oppakken. De oorsprong van de strekspieren van de pols en hand zit vast aan de buitenzijde van de elleboog. Wanneer je daar op drukt, doet het ter plaatse ook pijn.
Ontstaan
Het ontstaan van een tenniselleboog hoeft niet door tennissen te komen. Op de een of andere manier zijn de strekspieren overmatig of verkeerd belast geraakt. Daardoor ontstaat een irritatie bij de aanhechting van de spieren aan de buitenzijde van de elleboog. Het is een hinderlijke aandoening, waar u een tijd flink last van kunt hebben, dat duurt soms maanden. Van belang is om te weten dat deze aandoening meestal toch vanzelf weer overgaat.
Behandeling
Er zijn vele behandelingsmogelijkheden voor een tenniselleboog. Het is niet te zeggen welke behandelingsmogelijkheid duidelijk beter of slechter is. Een bepaalde methode heeft bij de ene patiënt wel en bij een andere patiënt geen resultaat. De essentie is dat overmatige of verkeerde belasting voorkomen moet worden.
De eenvoudigste behandeling is zelf overmatige of verkeerde belasting en daarmee pijn te voorkomen.
Uw arts zal in overleg met u een behandelingsplan opstellen.