Bij een sterilisatie van de man wordt de zaadleider onderbroken. Op deze wijze wordt voorkomen dat de zaadcellen het zaadvocht bereiken. Een sterilisatie is een eenvoudige ingreep en is niet van invloed op uw seksuele leven. Na een sterilisatie bent u onvruchtbaar. Een sterilisatie is alleen een goede keuze als u zeker weet dat u geen kinderen (meer) wilt.

Doel van een sterilisatie
Het doel van een sterilisatie is het voorkomen van een ongewenste zwangerschap. Een sterilisatie moet als een definitieve anticonceptiemethode beschouwd worden.

De ingreep
Een sterilisatie geschiedt onder plaatselijke verdoving. Na desinfectie van de balzak krijgt u twee injecties in de huid van de balzak. Vervolgens maakt de behandelend arts, ter plaatse van de verdoofde huid, een kleine snede. Van beide zaadleiders verwijdert de arts een stukje en bindt de uiteinden af. Tijdens de ingreep voelt u regelmatig een trekkend pijnlijk gevoel, met name in de liezen (de zaadleider loopt door het lieskanaal). Na de ingreep hecht de arts de wondjes. De hechtingen lossen na een week op en hoeven dus niet verwijderd te worden. De ingreep duurt ongeveer 20 minuten.

Spermaonderzoek
Na de ingreep bent u nog niet meteen onvruchtbaar. Volledige steriliteit (onvruchtbaarheid) kan pas na laboratoriumonderzoek van het sperma worden vastgesteld. De eerste maanden na de ingreep komen er bij een zaadlozing nog zaadcellen vrij. Tijdens deze periode is het dus noodzakelijk dat u voorbehoedsmiddelen blijft gebruiken. Na zo’n 20 tot 25 zaadlozingen zijn de zaadcellen meestal verdwenen. Daarna wordt een zaadmonster microscopisch onderzocht om vast te stellen of u onvruchtbaar bent. U krijgt een potje en een laboratoriumformulier mee of haalt deze op bij het laboratorium. Het is belangrijk dat het sperma binnen twee uur wordt afgegeven bij het laboratorium. De uitslag wordt u schriftelijk meegedeeld binnen een week na inlevering van het zaadmonster.