Een gebroken sleutelbeen (clavic ulafractuur) is een veel voorkomende botbreuk. Breuken die niet of weinig verplaatst zijn genezen meestal gemakkelijk. Breuken die zich aan het uiteinde van het sleutelbeen bevinden of breuken waarbij de breukdelen fors verplaatst zijn, worden bij voorkeur geopereerd.

Niet-operatieve behandeling
De niet-operatieve behandeling van niet of weinig verplaatste breuken is eenvoudig; door rust en gedoseerd (onbelast) oefenen geneest de breuk. Rust wordt gegeven door middel van een mitella (een draagdoek).

Bij kinderen
Bij kinderen is er meestal sprake van een twijgbreuk. Het botvlies is daarbij nog heel zodat de gebroken botdelen bij elkaar blijven en nauwelijks verplaatsen. Het dragen van de mitella is maar één tot drie weken nodig. ‘s Nachts hoeft de mitella niet om. Als het kind weinig of geen last meer heeft, is de mitella niet meer nodig. De functie van schouder en arm herstelt meestal binnen enkele weken volledig. Het is verstandig sport en gymnastiek pas zes weken na het ongeval te hervatten.

Bij volwassenen
Rust bevordert de genezing. Door gebruik van een mitella is er voldoende rust voor een goede genezing.

Operatie
Soms kan in overleg met uw arts worden gekozen voor een operatie wanneer verwacht wordt dat  daarmee de genezing van de breuk en uiteindelijk de schouderfunctie beter wordt. De voorkeur voor operatieve behandeling bestaat bij: 
- sterk verplaatste breukuiteinden
- verkorting van meer dan 1,5-2 cm.
- sprake van een breuk aan het uiteinde van het sleutelbeen
- als er een botstuk door de huid dreigt te gaan.

Download onderstaande folder voor meer informatie.